Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Schmähung

Vertaal Schmähung van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schmähung:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmähung (Duits) in het Engels

Schmähung:

Schmähung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schmähung
    the disintegration; the pounding; the crushing
  2. die Schmähung (Beschimpfung; Beleidigung; Verhöhnung)
    the scoffing; the jeering
    • scoffing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jeering [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Schmähung (Beschwerde; Verletzung; Kränkung)
    the offence; the injury; the hurt; the offense
    • offence [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • injury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hurt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • offense [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  4. die Schmähung (Hohngelächter; Gejohle; Spott; )
    the derision; the jeering; the scornful laughter

Vertaal Matrix voor Schmähung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crushing Schmähung Zermalmung; Zerschmetterung; Zertrümmerung
derision Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung Hohn; Schmach; Schmährede; Spottrede
disintegration Schmähung
hurt Beschwerde; Kränkung; Schmähung; Verletzung Blessur; Schädigung; Verletzung; Verwundung; Wunde
injury Beschwerde; Kränkung; Schmähung; Verletzung Abbruch; Beeinträchtigung; Benachteiligung; Beschädigung; Blessur; Einbuße; Schade; Schaden; Schadhaftigkeit; Schäden; Schädigung; Verletzung; Verlust; Verwundung; Wunde
jeering Beleidigung; Beschimpfung; Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung Gemecker; Genörgel; Geschimpf; Geschimpfe; Schimpferei; Schimpfwörter sagen
offence Beschwerde; Kränkung; Schmähung; Verletzung Ausschreitung; Entfremdung; Frevel; Freveltat; Gesetzesübertretung; Missetat; Verbrechen; Verletzung; Zuwiderhandlung; strafbare Handlung; Übertretung
offense Beschwerde; Kränkung; Schmähung; Verletzung Ausschreitung; Entfremdung; Frevel; Freveltat; Gesetzesübertretung; Missetat; Verbrechen; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung
pounding Schmähung Dröhnen; Gedröhn; Gedröhne; Getrampel; Getöse; Schlagen; Schläge; Stampfen
scoffing Beleidigung; Beschimpfung; Schmähung; Verhöhnung Fressen; Geschimpf; Gespött; Schimpferei; Schimpfwörter sagen; Schlingen; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verspottung
scornful laughter Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hurt Schmerz tun; anschlagen; antun; behindern; beleidigen; benachteiligen; beschädigen; düpieren; foltern; jemandem Schmerzen zufügen; kasteien; kränken; martern; peinigen; quetschen; schaden; schädigen; sichverwunden; verletzen; verwunden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hurt angeschossen; beleidigt; gekränkt; getroffen; verletzt; verwundet

Synoniemen voor "Schmähung":


Wiktionary: Schmähung

Schmähung
noun
  1. Abusive language

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0444 seconde
Page rendered in 1.0 seconds