Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schleim:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schleim (Duits) in het Engels

Schleim:

Schleim [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schleim (Geifer; Sabber)
    the mucus; the slobber
    • mucus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slobber [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schleim (Speichel)
    the saliva; the spit; the spittle
    • saliva [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spittle [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schleim (Speichel; Sabber)
    the slobber
    • slobber [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Schleim (Geröchel; Qualster)
    the phlegm; the gob; the lump of spit; the spit
    • phlegm [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gob [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lump of spit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spit [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schleim:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gob Geröchel; Qualster; Schleim
lump of spit Geröchel; Qualster; Schleim
mucus Geifer; Sabber; Schleim Rotz; Schnotten
phlegm Geröchel; Qualster; Schleim Phlegma
saliva Schleim; Speichel
slobber Geifer; Sabber; Schleim; Speichel
spit Geröchel; Qualster; Schleim; Speichel
spittle Schleim; Speichel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slobber geifern; sabbeln; sabbern; schleimen; trielen
spit brechen; erbrechen; kotzen; sich erbrechen; sich übergeben; speien; spucken; übergeben

Synoniemen voor "Schleim":


Wiktionary: Schleim

Schleim
noun
  1. dickflüssige, breiartige Speise
  2. zähflüssige, klebrige Masse, gebildet von Drüsen bei Mensch, Tier und Pflanze
Schleim
noun
  1. slippery secretion
  2. a piece of solid or semisolid mucus
  3. mucus secreted in the bronchial passages
  4. -

Cross Translation:
FromToVia
Schleim mucus slijm — een kleverige stof die door slijmvliezen uitgescheiden wordt
Schleim mucus mucus — médecine|fr mucosité, sécrétion visqueuse et translucide, produite par une muqueuse.

Verwante vertalingen van Schleim