Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schlaufenbogen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlaufenbogen (Duits) in het Engels

Schlaufenbogen:

Schlaufenbogen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlaufenbogen
    the slip knot; the tag; the looping; the coil; the kink; the twist; the joint; the twisting; the torsion; the spiral
    • slip knot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looping [the ~] zelfstandig naamwoord
    • coil [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kink [the ~] zelfstandig naamwoord
    • twist [the ~] zelfstandig naamwoord
    • joint [the ~] zelfstandig naamwoord
    • twisting [the ~] zelfstandig naamwoord
    • torsion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spiral [the ~] zelfstandig naamwoord
    the loop
    – anything with a round or oval shape (formed by a curve that is closed and does not intersect itself) 1
    • loop [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schlaufenbogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coil Schlaufenbogen Garnrolle; Rolle; Spirale; Spule
joint Schlaufenbogen Gelenk; Gelenkknubbel; Glied; Joint; Reihe; Schweißnaht
kink Schlaufenbogen Bruch; Knacks
loop Schlaufenbogen Schleife
looping Schlaufenbogen Überschlag
slip knot Schlaufenbogen
spiral Schlaufenbogen Spirale; Spiralform
tag Schlaufenbogen Aufkleber; Etikett; Fangen; Fangspiel; Label; Markierung; Notiztag; Plakatkleber; RFID-Transponder; Schlaufe; Schleife; Schlinge; Sticker; Tag; Zickzackkurve
torsion Schlaufenbogen Torsion
twist Schlaufenbogen Auseinandersetzung; Differenz; Erörterung; Meinungsverschiedenheit; Streitgespräch; Wortwechsel
twisting Schlaufenbogen Biegung; Drehung; Krümme; Krümmung; Kurve; Schleife; Schlinge; Verdrehung; Verrenkung; Verschlingung; Verstauchung; Windung; Zerrung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coil sich ringeln; sich winden; winden
loop Schleife ausführen
tag Markierung; anrühren; antupfen; berühren; leicht berühren; markieren; streifen; tippen; tupfen
twist drehen; drücken; etwas umdrehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; kämpfen; ringen; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich sanken; sich streiten; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umsetzen; umstellen; umwandeln; umwenden; verdrehen; verkehren; verwandeln; verzerren; winden; wringen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joint aneinandergereiht; angeschlossen; betrifft mehrere Personen; eine Einheit formend; gemeinsam; gemeinschaftlich; verbunden; zusammenhängend
spiral schraubenförmig; spiralförmig
twisting gewunden; schlängelnd; sichschlängelnd; sichwindend

Computer vertaling door derden: