Schimpferei in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schimpferei (Duits) in het Engels

die Schimpferei (Gemecker; Genörgel; Geschimpfe)
the sneering; the jeering
- sneering [the ~] zelfstandig naamwoord
- jeering [the ~] zelfstandig naamwoord
die Schimpferei (Gejammer; Klagen; Stöhnen; Gemecker; Geheul; Genörgel; Geschimpfe; Geklage)
the grumbling
- grumbling [the ~] zelfstandig naamwoord
die Schimpferei (Geschimpf; Schimpfwörter sagen)
the scoffing; the sneering; the jeering
- scoffing [the ~] zelfstandig naamwoord
- sneering [the ~] zelfstandig naamwoord
- jeering [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grumbling	Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen	Geknatter; Grummen; Knurren
jeering	Gemecker; Genörgel; Geschimpf; Geschimpfe; Schimpferei; Schimpfwörter sagen	Beleidigung; Beschimpfung; Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung
scoffing	Geschimpf; Schimpferei; Schimpfwörter sagen	Beleidigung; Beschimpfung; Fressen; Gespött; Schlingen; Schmähung; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verhöhnung; Verspottung
sneering	Gemecker; Genörgel; Geschimpf; Geschimpfe; Schimpferei; Schimpfwörter sagen	Gegrinse; Gespött; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verspottung
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grumbling		brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; launenhaft; launisch; mürrisch; nörgelig; nörglerisch; sauertöpfisch; schlecht gelaunt; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich; übellaunig
sneering		abfällig; abschätzig; geringschätzend; geringschätzig; höhnisch; schmählich; schofel; verspottend; verächtlich