Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schiffsbesatzung (Duits) in het Engels

Schiffsbesatzung:

Schiffsbesatzung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schiffsbesatzung (Schiffsbemannung)
    the passengers; the passengers and crew on a boat; the passengers and crew
  2. die Schiffsbesatzung (Schiffsmannschaft)
    the ship's crew

Vertaal Matrix voor Schiffsbesatzung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passengers Schiffsbemannung; Schiffsbesatzung Insassen; Passagiere
passengers and crew Schiffsbemannung; Schiffsbesatzung
passengers and crew on a boat Schiffsbemannung; Schiffsbesatzung
ship's crew Schiffsbesatzung; Schiffsmannschaft

Verwante vertalingen van Schiffsbesatzung