Rückschlag in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Rückschlag:
- disappointment; mishap; comedown; blow; letdown; recoil; rebound; kick; reversion; atavism
Wiktionary:
- Rückschlag → kickback, setback, blow

Duits

Uitgebreide vertaling voor Rückschlag (Duits) in het Engels

der Rückschlag (Enttäuschung; Ernüchterung)
the disappointment; the mishap; the comedown; the blow; the letdown
- disappointment [the ~] zelfstandig naamwoord
- mishap [the ~] zelfstandig naamwoord
- comedown [the ~] zelfstandig naamwoord
- blow [the ~] zelfstandig naamwoord
- letdown [the ~] zelfstandig naamwoord
der Rückschlag (Rückstoß)
the recoil; the rebound; the kick
- recoil [the ~] zelfstandig naamwoord
- rebound [the ~] zelfstandig naamwoord
- kick [the ~] zelfstandig naamwoord
der Rückschlag (Rückgang; Rückläufe; Rücklauf; Rückgänge)
the reversion; the atavism
- reversion [the ~] zelfstandig naamwoord
- atavism [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
atavism	Rückgang; Rückgänge; Rücklauf; Rückläufe; Rückschlag
blow	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag	Anprall; Anstoß; Beule; Bums; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Handschlag; Handschläge; Hau; Hieb; Klaps; Kniff; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag; Stoß; Verbeulung; Zusammenstoß; leichter Schlag; leichter Stoß
comedown	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag
disappointment	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag	Enttäuschung; Ernüchterung
kick	Rückschlag; Rückstoß	Fußtritt; Stoß
letdown	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag
mishap	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag
rebound	Rückschlag; Rückstoß
recoil	Rückschlag; Rückstoß
reversion	Rückgang; Rückgänge; Rücklauf; Rückläufe; Rückschlag
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blow		anblasen; ausreißen; blasen; flattern; flöten; hecheln; keuchen; lutschen; pfeifen; saugen; schnaufen; stark wehen; stäuben; vergiften; vergällen; verleiden; wappern; wegrennen; wehen
kick		ausschlagen; hauen; stoßen; treten
rebound		abprallen; aufprallen; einbeulen; eindrücken; quetschen; zurückprallen; zurückschlagen; zurückspringen
recoil		abprallen; zurückfahren; zurückprallen; zurückscheuen; zurückschrecken; zurückzaudern; zurückzucken

Rückschlag

noun

Technik: heftige Rückwärtsbewegung eines beweglichen Objekts
- Rückschlag → kickback
ein (meist entmutigendes) Ereignis, das einen von seinem Ziel entfernen
- Rückschlag → kickback; setback

Rückschlag

noun