Preis in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Preis:
- achievement award; token of appreciaton; honour; accolade; honor; prize; prices; price
Wiktionary:
- Preis → prize, cup, award, price
- Preis → price, prize, award, bounty

Duits

Uitgebreide vertaling voor Preis (Duits) in het Engels

der Preis (Ehrerbietung erweisen; Kosten; Aufwendung; Gewinn)
the achievement award; the token of appreciaton; the honour; the accolade; the honor
- achievement award [the ~] zelfstandig naamwoord
- token of appreciaton [the ~] zelfstandig naamwoord
- honour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- accolade [the ~] zelfstandig naamwoord
- honor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
der Preis (Gewinn; Kosten)
the prize
– something given for victory or superiority in a contest or competition or for winning a lottery ¹
- prize [the ~] zelfstandig naamwoord
  - the prize was a free trip to Europe¹
der Preis
prices
- prices
der Preis
the price
– A value, usually a currency amount, that is assigned to goods or to services. ²
- price [the ~] zelfstandig naamwoord
der Preis
the price
– The market value or exchange value of a product. ²
- price [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accolade	Aufwendung; Ehrerbietung erweisen; Gewinn; Kosten; Preis	Akkolade
achievement award	Aufwendung; Ehrerbietung erweisen; Gewinn; Kosten; Preis
honor	Aufwendung; Ehrerbietung erweisen; Gewinn; Kosten; Preis	Ehre; Ehrgefühl; Orden; Stolz; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen
honour	Aufwendung; Ehrerbietung erweisen; Gewinn; Kosten; Preis	Ehre; Ehrgefühl; Orden; Stolz; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen; ehrende Auszeichnung
price	Preis	Aktienkurs; Kurs; Notiz
prize	Gewinn; Kosten; Preis
token of appreciaton	Aufwendung; Ehrerbietung erweisen; Gewinn; Kosten; Preis
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
honor		Ehrfurcht bezeigen; achten; auszahlen; bekleiden; belohnen; besolden; bezahlen; ehren; entgelten; herausstreichen; hochachten; hochhalten; honorieren; huldigen; indenHimmelheben; innehaben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen; vergüten; versehen
honour		Ehrfurcht bezeigen; achten; auszahlen; bekleiden; belohnen; besolden; bezahlen; ehren; entgelten; herausstreichen; hochachten; hochhalten; honorieren; huldigen; indenHimmelheben; innehaben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen; vergüten; versehen
price		loben; lobpreisen; preisen; rühmen
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
prices	Preis

Preis

noun

Preis

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Preis	→ price	↔ prijs — de gevraagde geldsom bij verkoop
• Preis	→ price	↔ prix — Valeur financière d’un objet.
• Preis	→ prize; award; bounty	↔ récompense — Traductions à trier suivant le sens