Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Parkett:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Parkett (Duits) in het Engels

Parkett:

Parkett [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Parkett
    the parquet
    • parquet [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Parkett:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
parquet Parkett

Synoniemen voor "Parkett":


Wiktionary: Parkett

Parkett
noun
  1. Fußbodenbelag, nach bestimmten Verlegemustern zusammengefügt aus kleinen Holzteilen
Parkett
noun
  1. a wooden floor made of parquetry

Cross Translation:
FromToVia
Parkett prosecution; parquet parquet — agri|fr enclos pour parquer, volailles, moutons, veaux, etc., ou pour diviser en compartiments un vaste pâturage.