Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Organ:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Organ (Duits) in het Engels

Organ:

Organ [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Organ
    the sense organ; the institution; the organ of sense; the institute; the establishment
  2. Organ (Sprachrohr)
    the mouth-piece

Vertaal Matrix voor Organ:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
establishment Organ Anordnung; Autorität; Befehlshaber; Bestimmung; Definition; Errichtung; Grundlegung; Gründung; Kapazität; Niederlassung; Ordnung; Stiftung; System; Verordnung
institute Organ
institution Organ Dienststelle; Handelsgeschäft; Handelsgesellschaft; Handelsunternehmen; Institut; Internat; Internatsschule; Pensionat
mouth-piece Organ; Sprachrohr Ansatzrohr; Ansatzstück; Mundstück
organ of sense Organ
sense organ Organ
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
institute einsetzen; einstellen

Synoniemen voor "Organ":


Wiktionary: Organ

Organ
noun
  1. Biologie: ein Körperteil, das eine spezielle Funktion hat, wie Herz, Leber, Lunge, Augen
Organ
noun
  1. part of an organism
  2. official magazine, newsletter, or similar publication

Cross Translation:
FromToVia
Organ organ orgaan — Onderdeel van het organisme
Organ organ; part organepartie d’un organisme vivant, considérée comme un tout et comme remplissant une fonction nécessaire ou utiles à sa vie.