Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Nutzung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nutzung (Duits) in het Engels

Nutzung:

Nutzung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Nutzung (Handhabung; Benutzung; Gebrauch; )
    the exertion; the application; the use
    • exertion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • application [the ~] zelfstandig naamwoord
    • use [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Nutzung (Nutzbarmachung; Verwertung)
    the utilization; the utilisation

Vertaal Matrix voor Nutzung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
application Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung Anwendung; App; Applikation; Benutzung; Bewerbung; Commerce Server-Anwendung; Commerce-Anwendung; Gebrauch; Geschäftsanwendung; Programm; Verwendung
exertion Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung Anstrengung; Kraftanstrengung; Versuch; Ziel; Zielsetzung; Zweck
use Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung Anwendbarkeit; Anwendung; Bedeutung; Benutzung; Brauchbarkeit; Gebrauch; Gewinn; Konsum; Nutzen; Nützlichkeit; Profit; Sinn; Utilität; Verbrauch; Verwendbarkeit; Verwendung; Verzehr; Vorteil
utilisation Nutzbarmachung; Nutzung; Verwertung Anwendung; Ausbeuten; Ausbeutung; Ausnutzen; Benutzung; Gebrauch; Verwendung; Verwertung
utilization Nutzbarmachung; Nutzung; Verwertung Anwendung; Ausbeuten; Ausbeutung; Ausnutzen; Benutzung; Gebrauch; Verwendung; Verwertung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
use anwenden; aufarbeiten; aufbrauchen; aufmachen; aufnehmen; aufsetzen; aufstellen; aufwenden; aufzehren; ausbeuten; ausfertigen; benutzen; einsetzen; gebrauchen; handhaben; hantieren; konsumieren; praktizieren; tun; verbrauchen; verrichten; verwenden

Synoniemen voor "Nutzung":


Wiktionary: Nutzung

Nutzung
noun
  1. Gebrauch, Verwendung von etwas
    • Nutzunguse
Nutzung
noun
  1. -