Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Naschwerk:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Naschwerk (Duits) in het Engels

Naschwerk:

Naschwerk [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Naschwerk (Nascherei)
    the candy
    • candy [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Naschwerk (Süßigkeit; Leckerei)
    the patisserie; the confectionery
  3. Naschwerk (Zuckergut)
    the confectionery; the sweets; the candy
  4. Naschwerk (Imbiß; Süßigkeit; Leckerei; )
    the snack
    • snack [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Naschwerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
candy Nascherei; Naschwerk; Zuckergut Geliebte; Herzchen; Kandis; Leckerei; Leckereien; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; Süßigkeiten
confectionery Leckerei; Naschwerk; Süßigkeit; Zuckergut Leckerei; Leckereien; Süßigkeiten; Süßwarenindustrie
patisserie Leckerei; Naschwerk; Süßigkeit Gebäck; Kuchen
snack Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes Bissen; Biß; Delikatesse; Erfrischung; Erquickung; Happen; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Nascherei; Schnack; Zwischenmahlzeit
sweets Naschwerk; Zuckergut Leckerei; Leckereien; Süßigkeiten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
candy einzuckern; kandieren; süß machen; verzuckern; zuckern

Synoniemen voor "Naschwerk":