Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Nachtragendheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nachtragendheit (Duits) in het Engels

Nachtragendheit:

Nachtragendheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Nachtragendheit (Ressentiment)
    the rancour; the grudge; the resentment; the spite; the pique; the ill-will; the rancor
    • rancour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • grudge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • resentment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spite [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pique [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ill-will [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rancor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor Nachtragendheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grudge Nachtragendheit; Ressentiment
ill-will Nachtragendheit; Ressentiment
pique Nachtragendheit; Ressentiment Arger; Empfindlichkeit; Erregbarkeit; Gereiztheit; Irritation; Reizbarkeit; Stachlichkeit; Unmut; Unwille; Verdrießlichkeit; Verdruß; Verdrüsse; Verstimmung; Verärgerung; Ärger; Ärgernis
rancor Nachtragendheit; Ressentiment Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Unversöhnlichkeit
rancour Nachtragendheit; Ressentiment Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Unversöhnlichkeit
resentment Nachtragendheit; Ressentiment Ressentiment
spite Nachtragendheit; Ressentiment Bösartigkeit; Eifersucht; Grimm; Mißgunst; Neid; Ressentiment; Unmut; Verstimmung; Verärgerung; Wut; Zorn; Ärger
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rancor blamieren; entgegenhalten; jemandem etwas nachtragen; nachtragen; nachtragend sein; rügen; schelten; tadeln; verleumden; verweisen; vorhalten; vorrücken; vorwerfen; zurechtweisen
rancour blamieren; entgegenhalten; jemandem etwas nachtragen; nachtragen; nachtragend sein; rügen; schelten; tadeln; verleumden; verweisen; vorhalten; vorrücken; vorwerfen; zurechtweisen

Computer vertaling door derden: