Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Modem:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Modem (Duits) in het Engels

Modem:

Modem

  1. Modem
    the modem
    • modem [the ~] zelfstandig naamwoord

Modem

  1. Modem
    the modem; the modulator/demodulator
    – A communications device that converts between digital data from a computer or terminal and analog audio signals that can pass through a standard telephone line. 1

Vertaal Matrix voor Modem:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
modem Modem
modulator/demodulator Modem

Wiktionary: Modem

Modem
noun
  1. Apparat zum Übertragen (Senden und Empfangen) digitaler Daten durch analoge Signale (häufig über Telefonleitungen)
Modem
noun
  1. A device that encodes digital computer signals into analog/analogue telephone signals and vice versa and allows computers to communicate over a phone line