Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Minus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Minus (Duits) in het Engels

Minus:

Minus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Minus (Minuszeichen; Subtraktionszeigen)
    the minus sign; the minus
    • minus sign [the ~] zelfstandig naamwoord
    • minus [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Minus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
minus Minus; Minuszeichen; Subtraktionszeigen
minus sign Minus; Minuszeichen; Subtraktionszeigen Gedankenstrich; Minuszeichen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
minus minus; weniger

Synoniemen voor "Minus":


Wiktionary: Minus

Minus
noun
  1. ohne Plural: Fehlendes bei einer Abrechnung
Minus
noun
  1. defect or deficiency
  2. mathematics: negative quantity