Medizin in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Medizin:
- medical science; medicine; medication; medicament; remedy; drug
Wiktionary:
- Medizin → medicine
- Medizin → drug, medicine, medical science, pharmaceutical, remedy, means, resource, avenue, expedience, expedient, recourse, way, agency, medicament

Duits

Uitgebreide vertaling voor Medizin (Duits) in het Engels

die Medizin (Heilkunde; Chirurgie)
the medical science
- medical science [the ~] zelfstandig naamwoord
die Medizin (Medikament; Arzneimittel; Arznei)
the medicine; the medication; the medicament
- medicine [the ~] zelfstandig naamwoord
- medication [the ~] zelfstandig naamwoord
- medicament [the ~] zelfstandig naamwoord
die Medizin (Arznei; Heilmittel; Arzneimittel; Medikament)
the remedy; the medicine; the drug; the medication
- remedy [the ~] zelfstandig naamwoord
- medicine [the ~] zelfstandig naamwoord
- drug [the ~] zelfstandig naamwoord
- medication [the ~] zelfstandig naamwoord
die Medizin
the medicine
- medicine [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drug	Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin	Droge; Genußmittel; Rauschgift
medical science	Chirurgie; Heilkunde; Medizin	medizinische Wissenschaften
medicament	Arznei; Arzneimittel; Medikament; Medizin	Medikament
medication	Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin
medicine	Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin
remedy	Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Medizin	Abhelfen; Heilungsmethode; Heilverfahren; Hilfsmittel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drug		betäuben
remedy		abhelfen; abstellen; anmachen; aufrollen; aufwickeln; beheben; eindrehen; emporheben; heben; hochbinden; hochkrempeln; hochnehmen; lernen; staken; strecken

Agens; Arznei; Arzneimittel; Heilmittel; Medikament; Mittel; Pharmakon; Pharmazeutikum; Präparat; Remedium; Therapeutikum; Stoff; Substanz
Gesundheitslehre; Disziplin; Fach; Fachbereich; Fachdisziplin; Fachgebiet; Kunde; Wissenschaftsdisziplin; Wissenschaftszweig; Wissenszweig

Medizin

noun

Medizin

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Medizin	→ drug; medicine	↔ medicijn — een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking op het (dierlijk of menselijk) lichaam uitoefent
• Medizin	→ medical science; medicine	↔ geneeskunde — de wetenschap die zich richt op de aard, de oorzaken en de geneesmiddelen van ziekten
• Medizin	→ medicine	↔ médecine — science des maladies et art de les guérir.
• Medizin	→ medicine; drug; pharmaceutical	↔ médicament — médecine\|nocat substance ou composition possédant des propriétés curatif ou préventif, destinées à guérir, à soulager ou à prévenir des maladies humaines ou animales.
• Medizin	→ remedy; means; resource; avenue; expedience; expedient; recourse; way; agency; drug; medicine; pharmaceutical; medicament	↔ remède — médecine\|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie.