Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Measure:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Measure (Duits) in het Engels

Measure:

Measure

  1. Measure
    the measure
    – In a cube, a set of values that are usually numeric and are based on a column in the fact table of the cube. Measures are the central values that are aggregated and analyzed. 1
    • measure [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Measure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
measure Measure Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Beschluß; Besonnenheit; Dekret; Dimension; Erlaß; Format; Größe; Kennzahl; Maßnahme; Messbecher; Mäßigung; Norm; Ratsbeschluß; Standard; Standarte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
measure Tiefe peilen; loten