Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Matrix:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Matrix (Duits) in het Engels

Matrix:

Matrix [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Matrix (Giessform)
    the matrix; the mold
    • matrix [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mold [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Matrix
    the matrix
    – An arrangement of rows and columns used for organizing related items, such as numbers, dots, spreadsheet cells, or circuit elements. 1
    • matrix [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Matrix
    the array
    – A logical grouping of servers. 1
    • array [the ~] zelfstandig naamwoord

Matrix

  1. Matrix
    the Matrix
    – A SmartArt graphic layout type that includes layouts designed to show how parts relate to a whole. 1
    • Matrix [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Matrix:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Matrix Matrix
array Matrix Array
matrix Giessform; Matrix Dehnbarkeit; Dehnung; Druckform; Elastizität; Gießform; Gußform
mold Giessform; Matrix Abdruck; Abguß; Aufguß; Gießform; Guß; Gußform

Synoniemen voor "Matrix":


Wiktionary: Matrix

Matrix
noun
  1. Geologie: die Grundmasse in magnetischem Gestein
  2. Informatik: ein n-dimensionales Feld
  3. Biologie: eine Grundsubstanz von Zellorganellen
  4. Mathematik, Plural 1: eine zweidimensionale Anordnung von Zahlenwerten
  5. ein Muster aus Punkten, welche in Zeilen und Spalten angeordnet sind
Matrix
noun
  1. Two-dimensional array
  2. In mathematics

Cross Translation:
FromToVia
Matrix matrix matrix — een rechthoekig blok getallen waaraan bepaalde rekenregels toegekend worden
Matrix womb; uterus matrice — Lieu de la gestation.
Matrix matrix matrice — Objet mathématique.