Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Mandant:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mandant (Duits) in het Engels

Mandant:

Mandant [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Mandant (Auftraggeber)
    the principal; the bidder
    • principal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bidder [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Mandant
    the tenant
    – A client organization that is served from a single instance of an application by a Web service. A company can install one instance of software on a set of servers and offer Software as a Service to multiple tenants. 1
    • tenant [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mandant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bidder Auftraggeber; Mandant Bieter
principal Auftraggeber; Mandant Auftraggeber; Chef; Direktorin; Fürst; Gebieter; Haupt; Hauptschuldige; Herr; Herrscher; Leiter; Oberhaupt; Prinzipal; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher; Sicherheitsprinzipal; Vorgesetzte; Vorsteher
tenant Mandant Einwohner; Mieter; Mitbewohner; Zimmerbewohner
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
principal ausschlaggebend; entscheidend; hauptsächlich; hauptsächliche; zentral

Synoniemen voor "Mandant":