Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Leibarzt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leibarzt (Duits) in het Engels

Leibarzt:

Leibarzt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Leibarzt (Hofarzt)
    the personal physician; the private doctor; the court physician; the King's Doctor
  2. der Leibarzt (Hofarzt)
    the personal physician; the court physician

Vertaal Matrix voor Leibarzt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
King's Doctor Hofarzt; Leibarzt
court physician Hofarzt; Leibarzt
personal physician Hofarzt; Leibarzt
private doctor Hofarzt; Leibarzt

Wiktionary: Leibarzt

Leibarzt
noun
  1. persönlicher Arzt einer hochgestellten Persönlichkeit