Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Lebenswandel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lebenswandel (Duits) in het Engels

Lebenswandel:

Lebenswandel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Lebenswandel (Existenz; Sein; Leben; Dasein; Fortbestehen)
    the life; the existence; the being; the path of life
    • life [the ~] zelfstandig naamwoord
    • existence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • being [the ~] zelfstandig naamwoord
    • path of life [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Lebenswandel (Lebensgeschichte; Lebenslauf; Leben)
    the curriculum vitae; the path of life; the course of life; the biography

Vertaal Matrix voor Lebenswandel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
being Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen
biography Leben; Lebensgeschichte; Lebenslauf; Lebenswandel Biografie; Biographie; Lebensbeschreibung
course of life Leben; Lebensgeschichte; Lebenslauf; Lebenswandel
curriculum vitae Leben; Lebensgeschichte; Lebenslauf; Lebenswandel Lebenslauf
existence Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
life Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein Dauerhaftigkeit; Haltbarkeit; Leben; Lebensdauer; Lebensprozeß
path of life Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebensgeschichte; Lebenslauf; Lebenswandel; Sein Lebensweg
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
being daß heißt; daß ist

Wiktionary: Lebenswandel

Lebenswandel
noun
  1. Art und Weise, in der Menschen ihr persönliches und sittliches Leben gestalten

Computer vertaling door derden: