Lästerung in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Lästerung:
- gossip; babble; claptrap; scandal-mongering; slander; prattle; wishwash; tittle-tattle; blah; vilification; slipslop; backbiting; defamation; talks; clanging; jaw; tolling; bunkum; talkee-talkee; scandal; mudslinging; talk; profanity; derision; jeering; scornful laughter; blasphemy; slanderous language; small talk

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lästerung (Duits) in het Engels

Lästerung:

Lästerung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Lästerung (Wäscherei; Anschwärzung; Klatscherei; Plauderei; Einkalkulierung; Verleumdung; Lästerrede)
the gossip; the babble; the claptrap; the scandal-mongering; the slander; the prattle; the wishwash; the tittle-tattle; the blah; the vilification; the slipslop; the backbiting; the defamation; the talks; the clanging; the jaw; the tolling; the bunkum; the talkee-talkee; the scandal; the mudslinging; the talk
- gossip [the ~] zelfstandig naamwoord
- babble [the ~] zelfstandig naamwoord
- claptrap [the ~] zelfstandig naamwoord
- scandal-mongering [the ~] zelfstandig naamwoord
- slander [the ~] zelfstandig naamwoord
- prattle [the ~] zelfstandig naamwoord
- wishwash [the ~] zelfstandig naamwoord
- tittle-tattle [the ~] zelfstandig naamwoord
- blah [the ~] zelfstandig naamwoord
- vilification [the ~] zelfstandig naamwoord
- slipslop [the ~] zelfstandig naamwoord
- backbiting [the ~] zelfstandig naamwoord
- defamation [the ~] zelfstandig naamwoord
- talks [the ~] zelfstandig naamwoord
- clanging [the ~] zelfstandig naamwoord
- jaw [the ~] zelfstandig naamwoord
- tolling [the ~] zelfstandig naamwoord
- bunkum [the ~] zelfstandig naamwoord
- talkee-talkee [the ~] zelfstandig naamwoord
- scandal [the ~] zelfstandig naamwoord
- mudslinging [the ~] zelfstandig naamwoord
- talk [the ~] zelfstandig naamwoord
die Lästerung (Verleumdung; Schande; Laster; Schmach)
the defamation
- defamation [the ~] zelfstandig naamwoord
die Lästerung (Getratsche; Klatsch; Gerede; Geklatsch; Tratsch; Laster; Geschwätz; Schwatz; Klatschen; Klatscherei; Getratsch; Anschwärzung; Lästerrede)
the defamation; the vilification; the gossip; the slander; the scandal; the profanity; the mudslinging; the backbiting; the scandal-mongering
- defamation [the ~] zelfstandig naamwoord
- vilification [the ~] zelfstandig naamwoord
- gossip [the ~] zelfstandig naamwoord
- slander [the ~] zelfstandig naamwoord
- scandal [the ~] zelfstandig naamwoord
- profanity [the ~] zelfstandig naamwoord
- mudslinging [the ~] zelfstandig naamwoord
- backbiting [the ~] zelfstandig naamwoord
- scandal-mongering [the ~] zelfstandig naamwoord
die Lästerung (Hohngelächter; Gejohle; Spott; Verleumdung; Schande; Verhöhnung; Schmähung; Verspottung; Gespött; Johlen)
the derision; the jeering; the scornful laughter
- derision [the ~] zelfstandig naamwoord
- jeering [the ~] zelfstandig naamwoord
- scornful laughter [the ~] zelfstandig naamwoord
die Lästerung (Lästerrede; Laster; Verleumdung)
the blasphemy; the slanderous language
- blasphemy [the ~] zelfstandig naamwoord
- slanderous language [the ~] zelfstandig naamwoord
die Lästerung (Getratsche; Laster; Klatsch; Lästerrede; Tratsch; Geklatsch; Getratsch; Gerede; Geschwätz)
the slander; the blasphemy; the gossip; the mudslinging; the profanity; the vilification; the defamation; the tittle-tattle; the scandal; the backbiting; the scandal-mongering; the small talk
- slander [the ~] zelfstandig naamwoord
- blasphemy [the ~] zelfstandig naamwoord
- gossip [the ~] zelfstandig naamwoord
- mudslinging [the ~] zelfstandig naamwoord
- profanity [the ~] zelfstandig naamwoord
- vilification [the ~] zelfstandig naamwoord
- defamation [the ~] zelfstandig naamwoord
- tittle-tattle [the ~] zelfstandig naamwoord
- scandal [the ~] zelfstandig naamwoord
- backbiting [the ~] zelfstandig naamwoord
- scandal-mongering [the ~] zelfstandig naamwoord
- small talk [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lästerung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
babble	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Wäscherei
backbiting	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei
blah	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch
blasphemy	Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Laster; Lästerrede; Lästerung; Tratsch; Verleumdung	Blasfemie; Gotteslästerung
bunkum	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch
clanging	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Glockengeläut; Läuten der Glocken
claptrap	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Wäscherei
defamation	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schande; Schmach; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei	Verleumdung; angreifen; antasten
derision	Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung	Hohn; Schmach; Schmährede; Spottrede
gossip	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei	Faselhans; Faseltante; Geklatsch; Geplauder; Gerede; Geschwätz; Gespräch; Getratsch; Klatsch; Klatschbase; Klatschmaul; Klatschtante; Plapperer; Plauderei; Quatschkopf; Schwatz; Tratsch; jemand der sehr viel Unsinn redet
jaw	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Schwatz; Schwatzerei
jeering	Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung	Beleidigung; Beschimpfung; Gemecker; Genörgel; Geschimpf; Geschimpfe; Schimpferei; Schimpfwörter sagen; Schmähung; Verhöhnung
mudslinging	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei
prattle	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Schwatz; Schwatzerei
profanity	Anschwärzung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Schwatz; Tratsch
scandal	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei	Skandal
scandal-mongering	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei
scornful laughter	Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung
slander	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei	Geklatsch; Geplapper; Gerede; Geschmier; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Laster; Tratsch; Verleumdung
slanderous language	Laster; Lästerrede; Lästerung; Verleumdung
slipslop	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch
small talk	Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Laster; Lästerrede; Lästerung; Tratsch	Getratsch
talk	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Aussprache; Geklatsch; Geplauder; Gerede; Geschwätz; Gespräch; Konversation; Plauderei; Schwatz; Unerhaltung; Unterredung
talkee-talkee	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch
talks	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Beratung; Besprechung; Konferenz; Sitzung; Tagung; Treffen; Unterredung; Verhandlung; Versammlung; Zusammenkunft; Zusammentreffen
tittle-tattle	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei	Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch
tolling	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Glockengeläut; Läuten der Glocken
vilification	Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei	Smähen
wishwash	Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei	Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
babble		babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; geifern; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; sabbeln; sabbern; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen; trielen
gossip		klatschen; lästern; tratschen
jaw		babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen
prattle		babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; geifern; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; sabbeln; sabbern; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen; trielen
slander		beleidigen; düpieren; kränken; lästern; schmähen; schwärzen; verletzen; verleumden
talk		ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; beschäftigt sein; deklamieren; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; in Worte fassen; klatschen; kommunizieren; konversieren; mit einander reden; mit einander sprechen; miteinander sprechen; mitteilen; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sich aus drücken; sichunterhalten; sprechen; telefonieren; tratschen; unterhalten; weitererzählen; äußern
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
backbiting		beleidigend; lästerlich; verleumderisch

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Lästerung van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor Lästerung (Duits) in het Engels

Lästerung:

Lästerung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Lästerung (Wäscherei; Anschwärzung; Klatscherei; Plauderei; Einkalkulierung; Verleumdung; Lästerrede)

die Lästerung (Verleumdung; Schande; Laster; Schmach)

die Lästerung (Getratsche; Klatsch; Gerede; Geklatsch; Tratsch; Laster; Geschwätz; Schwatz; Klatschen; Klatscherei; Getratsch; Anschwärzung; Lästerrede)

die Lästerung (Hohngelächter; Gejohle; Spott; Verleumdung; Schande; Verhöhnung; Schmähung; Verspottung; Gespött; Johlen)

die Lästerung (Lästerrede; Laster; Verleumdung)

die Lästerung (Getratsche; Laster; Klatsch; Lästerrede; Tratsch; Geklatsch; Getratsch; Gerede; Geschwätz)

Vertaal Matrix voor Lästerung: