Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Kram

Vertaal Kram van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Kram:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Kram (Duits) in het Engels

Kram:

Kram [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kram (Krimskrams; Krempel; Schund; Zeug; wertloses Zeug)
    the trash; the junk
    • trash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • junk [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Kram (Mischmasch; Plunder)
    the bag and baggage; the caboodle; the hotchpotch
  3. der Kram (viel Mühe; Mühe; Umstände; Getue)
    the hassle; the bother; the mess; the fuss
    • hassle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bother [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mess [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fuss [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Kram
    the fuss and bother; the to-do
  5. der Kram (Kitsch; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge)
    the kitsch; the knickknacks; the fake art; the junk; the trash
    • kitsch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • knickknacks [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fake art [the ~] zelfstandig naamwoord
    • junk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trash [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Kram (Mischmasch; Zusammengeraffte; Dichtung; )
    the mishmash; the hotchpotch; the medley; the jumble
    • mishmash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hotchpotch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • medley [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jumble [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. der Kram (Sauwirtschaft; Krempel; Sammelsurium; )
    the muddle; the mess; the mayhem; the caboodle; the hash; the chaos
    • muddle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mess [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mayhem [the ~] zelfstandig naamwoord
    • caboodle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chaos [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. der Kram (Schnickschnack; Schund; Kitsch; wertlose Zeuge)
    the frills
    • frills [the ~] zelfstandig naamwoord

Kram [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kram (Rommel; Schweinerei)
    the rubbish; the caboodle; the trash; the mess; the mayhem
    • rubbish [the ~] zelfstandig naamwoord
    • caboodle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mess [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mayhem [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kram:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bag and baggage Kram; Mischmasch; Plunder
bother Getue; Kram; Mühe; Umstände; viel Mühe Behinderung; Belästigung; Getue; Scherereien; Störung; Trara
caboodle Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Mischmasch; Plunder; Rommel; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schweinerei Durcheinander; Schmiererei; Sudelei
chaos Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Plunder; Sammelsurium; Sauwirtschaft Chaos; Durcheinander; Gewirr; Mischmasch; Pfuscherei; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
fake art Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge Kitsch
frills Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge Firlefanz; Franse; Fransenborte; Spitze
fuss Getue; Kram; Mühe; Umstände; viel Mühe Aufregung; Betrieb; Betriebsamkeit; Durcheinander; Emsigkeit; Fussel; Gedränge; Geräusch; Geschäftigkeit; Getreibe; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gezänk; Hektik; Krakeel; Kummer; Last; Lästigkeit; Mischmasch; Schererei; Scherereien; Scherrerei; Schikane; Schinanieren; Schlamassel; Schnickschnack; Schwierigkeit; Treiben; Trubel; Tumult; Umständlichkeit; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Unsin; Weitschweifigkeit; aufheben; Ärger; Ärgernis
fuss and bother Kram
hash Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Plunder; Sammelsurium; Sauwirtschaft Brei; Gemüse; Haché; Happen; Hasch; Haschisch; Hash; Kannabis; Mus; Nachrichtenhash; Ragout; Rest; Stuff
hassle Getue; Kram; Mühe; Umstände; viel Mühe Herumkramen; Kummer; Last; Lästigkeit; Schererei; Scherereien; Schlamassel; Schwierigkeit; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Ärger; Ärgernis
hotchpotch Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte Eintopf; Eintopfgericht; Mischmasch; Sammelsurium; Zusammengekochte
jumble Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte Ausschußware; Chaos; Durcheinander; Potpourri; Rummel; Wirrwarr
junk Kitsch; Kram; Krempel; Krimskrams; Schnickschnack; Schund; Zeug; wertlose Zeuge; wertloses Zeug Dschunke; Junk-E-Mail
kitsch Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge
knickknacks Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge
mayhem Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Plunder; Rommel; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schweinerei
medley Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte Potpourri
mess Chaos; Durcheinander; Getue; Kram; Krempel; Mühe; Plunder; Rommel; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schweinerei; Umstände; viel Mühe Anhäufung; Aufhäufung; Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Chaos; Durcheinander; Fälschung; Geschmier; Geschmiere; Gesudel; Getue; Gewirr; Nepp; Pfuscherei; Pfuschwerk; Rummel; Sauerei; Sauwirtschaft; Schererei; Scherereien; Schiebung; Schmiererei; Schutthaufen; Schwindel; Schwindelei; Sudelei; Trara; Trümmerhaufen; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
mishmash Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte
muddle Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Plunder; Sammelsurium; Sauwirtschaft Anhäufung; Aufhäufung; Chaos; Durcheinander; Gewirr; Mischmasch; Rummel; Sammelsurium; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
rubbish Kram; Rommel; Schweinerei Abfall; Blödsinn; Bruch; Firlefanz; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Koller; Larifari; Müll; Quatsch; Rückständigkeit; Schund; Schutt; Schwachsinnigkeit; Schwatz; Schwatzerei; Torheit; Trümmer; Unsinn; Unsinnigkeit; Wahnsinn; Zurückgebliebenheit; dummes Zeug
to-do Kram Aufgabe; Aufregung; Getue; Scherereien; Trara; aufheben
trash Kitsch; Kram; Krempel; Krimskrams; Rommel; Schnickschnack; Schund; Schweinerei; Zeug; wertlose Zeuge; wertloses Zeug Abfall; Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Müll; Schund
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bother Schwerer machen; brüten; entgegen wirken; entgegentreten; erschweren; ertragen; grübeln; hin und her überlegen; jemandem lästig fallen; nachdenken; plagen; schikanieren; stören; zusetzen
mess abtropfen; auslecken; beflecken; beklecksen; beschmieren; beschmutzen; durchsickern; fummeln; herauströpfeln; kleckern; laufen; manschen; panschen; pfuschen; schmieren; schweinigeln; sickern; stümpern; triefen; tropfen; tröpfeln; verderben; vergeuden; vergießen; verhunzen; verkrümeln; vermasseln; vermurksen; verpfuschen; verschmutzen; verschwenden; vertun; verunreinigen
muddle baggern; basteln; einenWirbelschlagen; fummeln; herumdoktern; herumfingern; herumpfuschen; pfuschen; rasseln; rauhabhobeln; stümpern; sudeln; trommeln; wirbeln
trash durchprügeln; verprügeln; zusammenschlagen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
to-do anstehend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rubbish etwas wertloses

Synoniemen voor "Kram":


Wiktionary: Kram

Kram
noun
  1. miscellaneous items of little value
  2. miscellaneous items; things
  3. substitution for trivial details







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0529 seconde
Page rendered in 1.0 seconds