Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Klingeln:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Klingeln (Duits) in het Engels

Klingeln:

Klingeln [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Klingeln (Die Klingel läuten)
    the ringing the bell; the ringing

Klingeln [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Klingeln (Schellen)
    the doorbells

Klingeln

  1. Klingeln (Rufton)
    the ringer
    – The mechanical part that makes the phone ring to indicate an incoming call. 1
    • ringer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Klingeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorbells Klingeln; Schellen
ringer Klingeln; Rufton Glöckner
ringing Die Klingel läuten; Klingeln Glockengeläut; Läuten der Glocken
ringing the bell Die Klingel läuten; Klingeln
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ringing hellklingend; klangreich; klingend; schallend

Synoniemen voor "Klingeln":


Wiktionary: Klingeln

Klingeln
noun
  1. sounding of a bell as a signal