Duits

Uitgebreide vertaling voor Klemme (Duits) in het Engels

Klemme:

Klemme [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Klemme (Klemmhefter; Klammer; Klammerhaken)
    the clamp; the cramp-iron; the clip; the cramp
    • clamp [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cramp-iron [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cramp [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Klemme (Zange)
    the pincers; the pincer; the pair of tongs; the forceps; the clip
    • pincers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pincer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pair of tongs [the ~] zelfstandig naamwoord
    • forceps [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clip [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Klemme (Klampe; Milbe; Falle; Krampe)
    the stack; the rick; the pile
    • stack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pile [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Klemme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clamp Klammer; Klammerhaken; Klemme; Klemmhefter Kuhklaue; Leimzange
clip Klammer; Klammerhaken; Klemme; Klemmhefter; Zange Clip; Klaps; Multimediaclip; Schurwolle; leichter Schlag
cramp Klammer; Klammerhaken; Klemme; Klemmhefter Leimzange; Muskel Kontraktion; Muskel Zusammensiehung
cramp-iron Klammer; Klammerhaken; Klemme; Klemmhefter
forceps Klemme; Zange Biegezange; Rohrzange; Zange
pair of tongs Klemme; Zange
pile Falle; Klampe; Klemme; Krampe; Milbe Ansammlung; Berg; Grundsäule; Haufen; Häufung; Klumpen; Kolumne; Masse; Menge; Pfahl; Rammpfahl; Spalte; Stoß
pincer Klemme; Zange
pincers Klemme; Zange Beißzange; Biegezange; Kneifzange; Rohrzange; Zange
rick Falle; Klampe; Klemme; Krampe; Milbe Heuschober
stack Falle; Klampe; Klemme; Krampe; Milbe Heuschober; Stapel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clamp anfassen; anpacken; anspannen; aufziehen; dehnen; fassen; festgreifen; festhalten; festklammern; festnehmen; fortziehen; greifen; in Ketten legen; krampen; spannen; strecken; verklammern; zugreifen
clip beschneiden; beschränken; das Haar kurz schneiden lassen; die Flügel stutzen; einkürzen; einschränken; köpfen; kürzen; kürzermachen; rasieren; schlagen; schmälern; schneiden; stutzen; verkleinern; verknappen; verkürzen
stack anhäufen; aufhäufen; aufstapeln; häufen; sich häufen; stapeln

Synoniemen voor "Klemme":


Wiktionary: Klemme

Klemme
noun
  1. -
  2. tool
  3. difficult position

Cross Translation:
FromToVia
Klemme clamp klem — een werktuig waarin iets door samendrukken bijeengehouden of vastgezet kan worden
Klemme bad news; bother; problem; trouble; worry; hot water; pickle; aggro; bovver emmerde — populaire|fr terme|souvent au pluriel situation ou affaire délicate qui provoque de l’inquiétude, de l’angoisse ou de la contrariété.
Klemme bummer; pain in the arse; bad news; bother; worry emmerdement — populaire|fr situation particulièrement fastidieuse ou lassante.