Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Klebemarke:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Klebemarke (Duits) in het Engels

Klebemarke:

Klebemarke [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Klebemarke (Stempelmarke)
    the revenue-stamp; the seal; the stamp; the trading stamp
  2. die Klebemarke (Stempel; Gepräge; Siegel; )
    the stamp; the imprint; the hallmark; the impress; the seal
    • stamp [the ~] zelfstandig naamwoord
    • imprint [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hallmark [the ~] zelfstandig naamwoord
    • impress [the ~] zelfstandig naamwoord
    • seal [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Klebemarke:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hallmark Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln Charakterisierung; Eigenschaft; Gütesiegel; Gütezeichen; Kennzeichnung; Marke; Qualitätszeichen; Siegel
impress Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln
imprint Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln Garantie; Garantieschein; Gewähr; Marke; Siegel
revenue-stamp Klebemarke; Stempelmarke
seal Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempelmarke; Stempeln Eichung; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Marke; Robbe; Seebär; Seehund; Siegel; Versiegeln
stamp Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempelmarke; Stempeln Briefmarke; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Gütesiegel; Marke; Postwertzeichen; Siegel
trading stamp Klebemarke; Stempelmarke
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hallmark als gangbar erkennen; kalibrieren
impress abdrucken; anrühren; ansprechen; ausdrucken; bedrücken; beeinflußen; drucken; einbeulen; eindrücken; einhämmern; einimpfen; einprägen; einschärfen; rühren; treffen
imprint einhämmern; einimpfen; einprägen; einschärfen
seal abdichten; abschliessen; abstempeln; beglaubigen; bekräftigen; besiegeln; dichten; isolieren; schließen; sperren; stempeln; verschließen; versiegeln; zumachen
stamp abstempeln; besiegeln; frankieren; freimachen; prägen; stempeln

Computer vertaling door derden: