Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kind (Duits) in het Engels

Kind:

Kind [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kind (Ding)
    the infant; the child; the lass; the little girl; the little child
    • infant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • child [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lass [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little girl [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little child [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Kind (Kleinkind; Knabe; Sprößling; )
    the toddler; the infant; the nipper; the kiddy; the tyke; the tot; the small child; the little kid; the tiny tot; the small one; the baby; the little child; the kid; the tike
    • toddler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • infant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nipper [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kiddy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tyke [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • tot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • small child [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little kid [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tiny tot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • small one [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baby [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little child [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kid [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tike [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  3. Kind (Kleines Kind; Ding)
    the infant; the kiddy; the little child; the baby; the child
    • infant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kiddy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little child [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baby [the ~] zelfstandig naamwoord
    • child [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. Kind (Kindchen)
    the child; the bint; the infant; the baby; the little girl
    • child [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bint [the ~] zelfstandig naamwoord
    • infant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baby [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little girl [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. Kind
    the child
    • child [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. Kind
    the child
    – An account holder who is a family member, but not a parent, and who has limited use of the Internet. Children can view their own settings, but they can't change them. 1
    • child [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kind:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baby Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kindchen; Kleine; Kleines Kind; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Baby; Babychen; Dingelchen; Kindchen; Mädchen; Mädel; Säugling; Wicht
bint Kind; Kindchen Wicht
child Ding; Kind; Kindchen; Kleines Kind Wicht; untergeordnet; untergeordnetes Element
infant Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kindchen; Kleine; Kleines Kind; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Babys; Säuglinge; Wicht
kid Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kleine; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht; Ziege; Zieglein
kiddy Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleines Kind; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Kleine
lass Ding; Kind Mädel; junge Dame
little child Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleines Kind; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
little girl Ding; Kind; Kindchen Wicht
little kid Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Dreikäsehoch; Kerlchen; Kleine; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
nipper Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Kleine
small child Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Baby; Dingelchen; Kindchen; Kleine
small one Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Kleine
tike Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Kleine
tiny tot Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
toddler Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Kleine
tot Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Schluck; kleinr Schluck
tyke Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht Kleine
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kid aufhängen; erzählen; schäkern; spaßen; vormachen

Synoniemen voor "Kind":


Wiktionary: Kind

Kind
noun
  1. vertrauliche Anrede
  2. Mensch, mit Bezug auf seine familiäre Zugehörigkeit (Beziehung der Abkommenschaft)
  3. heranwachsender Mensch, kein Baby mehr, aber noch kein Jugendlicher
Kind
noun
  1. singular offspring (male, female or sex unspecified)
  2. young person (colloq.)
  3. child (colloq.)
  4. a female or male child, a daughter or son
  5. a minor

Cross Translation:
FromToVia
Kind child; infant; kid; youngster; bairn enfant — Jeune humain

Verwante vertalingen van Kind