Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Kanalisation:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kanalisation (Duits) in het Engels

Kanalisation:

Kanalisation [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kanalisation (Abwasserkanal; Abführkanal; Abflußkanal; Kanal)
    the sewerage; the sewer; the drainage-canal; the drain
  2. die Kanalisation (Kanalisierung)
    the channelling; the canalization; the canalisation

Vertaal Matrix voor Kanalisation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canalisation Kanalisation; Kanalisierung
canalization Kanalisation; Kanalisierung
channelling Kanalisation; Kanalisierung
drain Abflußkanal; Abführkanal; Abwasserkanal; Kanal; Kanalisation Abflußrohr; Ableitungsrohr; Abtropfen; Durchlaß; Entwässerung; Schleusenwerk
drainage-canal Abflußkanal; Abführkanal; Abwasserkanal; Kanal; Kanalisation
sewer Abflußkanal; Abführkanal; Abwasserkanal; Kanal; Kanalisation Abfluß; Abflußrohr; Abfuhr
sewerage Abflußkanal; Abführkanal; Abwasserkanal; Kanal; Kanalisation Kanalisationsnetz
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drain Wasser abführen; Wasser ableiten; abtropfen; auslecken; ausnehmen; ausräumen; aussaugen; ausscheiden; ausstoßen; einleiten; einpoldern; entwässern; herausnehmen; leermachen; leersaugen; sich entwässern; trockenlegen

Synoniemen voor "Kanalisation":

  • Abwasserleitung

Wiktionary: Kanalisation

Kanalisation
noun
  1. unterirdisches Röhrensystem zur Entsorgung von menschlichen Ausscheidungen und Abwässern
Kanalisation
noun
  1. the hygienic disposal or recycling of waste
  2. pipes used to remove human waste and to provide drainage
  3. sewer system