Joch in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Joch (Duits) in het Engels

Joch
the harness; the collar; the gear; the tackling
- harness [the ~] zelfstandig naamwoord
- collar [the ~] zelfstandig naamwoord
- gear [the ~] zelfstandig naamwoord
- tackling [the ~] zelfstandig naamwoord
Joch
the yoke; the beam
- yoke [the ~] zelfstandig naamwoord
- beam [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beam	Joch	Balken; Kreuzholz; Querbalken; Querholz; Strahl; Strahlenbündel
collar	Joch	Halsband; Halskragen; Kragen; Leine; Longe; Zaum; Zügel; kleineKragen
gear	Joch	Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Gang; Girlande; Kleider; Kleidung; Schalteinrichtung; Verzierung; Zahnrad; Zierde
harness	Joch
tackling	Joch	Erniedrigen; Herunter machen; Runter machen; Takelage
yoke	Joch	Dotter; Eidotter; Gespänne; Paare; Schulterstück
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beam		erleuchten; etwas ausstrahlen; flimmern; funkeln; glitzern; glänzen; glühen; leuchten; scheinen; schimmern; strahlen; übertragen
collar		abhandenmachen; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen

Joch

noun

Senke im Gebirgsprofil, die einen Gipfel vom nächsten oder zwei Bergstöcke voneinander trennt
- Joch → ridge
Tragegestell für Eimer
- Joch → yoke
Tragbalken (zum Beispiel für Glocken)
- Joch → yoke
ohne Plural: altes Flächenmaß (gemessen an der Fläche, die man an einem Tag mit einem Joch Ochsen umpflügen kann)
- Joch → acre; yoke
Bauwesen: Bereich zwischen zwei Brückenpfeilern
- Joch → yoke
schweres Geschirr-Teil, das man Ochsen, Kühen und anderen Zugtieren auflegt, und mit dem sie die Last ziehen
- Joch → yoke
Architektur: durch vier Stützen gebildete räumliche Einheit
- Joch → yoke
kurz für Jochbein (Teil des Schädelknochens)
- Joch → yoke

Joch

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Joch	→ yoke; servitude; slavery	↔ joug — élevage\|frpièce de bois que l’on pose sur l’échine des bœufs ou autres animaux de trait et avec laquelle ils sont atteler pour tirer un chariot ou une charrue.