Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Interval:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Interval (Duits) in het Engels

Interval:

Interval [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Interval (Tonabstand)
    the interval
    • interval [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Interval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interval Interval; Tonabstand Arbeitspause; Ausspannung; Entspannung; Erholung; Erholungspause; Essenszeit; Interim; Intervall; Mittagspause; Pause; Ruhepause; Spielzeit; Unterbrechung; Zwischenraum; Zwischenzeit