Heizung in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Heizung (Duits) in het Engels

die Heizung
the heating; the warming
- heating [the ~] zelfstandig naamwoord
- warming [the ~] zelfstandig naamwoord
die Heizung
the heating
- heating [the ~] zelfstandig naamwoord
die Heizung (Erwärmung; Feuerung)
the heater; the stove; the fire
- heater [the ~] zelfstandig naamwoord
- stove [the ~] zelfstandig naamwoord
- fire [the ~] zelfstandig naamwoord
die Heizung (Heizungsinstallation)
the heating system
- heating system [the ~] zelfstandig naamwoord
die Heizung (Herd; Ofen; Erwärmung; Feuerung)
the fire
- fire [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fire	Erwärmung; Feuerung; Heizung; Herd; Ofen	Abfeuern; Brand; Feuer; Feuermeer; Flamme; Flammenmeer; Kaminfeuer; Leidenschaft; Passion; Schießen
heater	Erwärmung; Feuerung; Heizung
heating	Heizung	Selbstverwärmung
heating system	Heizung; Heizungsinstallation
stove	Erwärmung; Feuerung; Heizung	Feuerungsanlage; Heizungsanlage; Herd; Kochherd; Kochplatte; Küchenherd; Rechaud
warming	Heizung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fire		abbrennen; abdanken; ablehnen; abschieben; abweisen; anfeuern; anheizen; anspornen; ausbrennen; ausrangieren; entheben; entlassen; feiern; feuern; knallen; lösen; niederbrennen; schießen; suspendieren; verabschieden; von seiner Position vertreiben; zurückweisen

Heizung

noun

Heizung

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Heizung	→ heating	↔ verwarming — een installatie die voor het verwarmen zorgt
• Heizung	→ heater; stove	↔ kachel — een apparaat waarin energie wordt omgezet in warmte met de bedoeling een ruimte te verwarmen
• Heizung	→ heating; stoking	↔ chauffage — action de chauffer