Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Heer (Duits) in het Engels

Heer:

Heer [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Heer (Kriegsmacht; Armee; Landtruppen; )
    the army; the armed forces; the military force; the military
    the force
    – a unit that is part of some military service 1
    • force [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he sent Caesar a force of six thousand men1
  2. Heer (Landmacht; Landtruppen)
    the landforces; the army
    • landforces [the ~] zelfstandig naamwoord
    • army [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Heer (Armee)
    the crew; the team; the gang
    • crew [the ~] zelfstandig naamwoord
    • team [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gang [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. Heer (Streitkräfte; Armee; Militär; )
    the armed forces; the military forces
  5. Heer (Streitmacht; Armee; Kriegsmacht; )
    the army; the military forces; the military force; the landforces; the forces; the armed forces
    the force
    – a unit that is part of some military service 1
    • force [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he sent Caesar a force of six thousand men1
  6. Heer
    the land forces

Vertaal Matrix voor Heer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armed forces Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitkräfte; Streitmacht Armee; Landesverteidigung
army Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht Armee; Heerschar
crew Armee; Heer Angestellten; Arbeitskraft; Bemannung; Mannschaft; Personal; Schiffersvolk; Schiffs- und Flugpersonal; Truppe
force Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht Angestellten; Antrieb; Antriebskraft; Arbeitskraft; Aufdrängen; Gewalt; Kraft; Macht; Motor; Personal; Stärke; Triebkraft
forces Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Militär; Streitmacht Antriebe; Schübe; Triebkräfte
gang Armee; Heer Ansammlung; Bande; Gruppe; Haufen; Horde; Menge; Meute; Partei; Schar; Team; Truppe; Zusammenrottung
land forces Heer Landstreitkräfte
landforces Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht
military Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht Militär; Soldat
military force Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht Kriegsmachteinsatz
military forces Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Militär; Streitkräfte; Streitmacht
team Armee; Heer Arbeitsgruppe; Elf; Fußballmannschaft; Gespann; Gruppe; Gruppe von zwei oder mehr; Mannschaft; Paar; Partei; Team
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crew bemannen
force andringen; beauftragen; befehlen; dringen; durchführen; durchsetzen; erzwingen; forcieren; gebieten; genötigt sein zu; kommandieren; nötigen; pressen; zwingen; zwängen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
military militär; militärisch

Synoniemen voor "Heer":


Wiktionary: Heer

Heer
noun
  1. Gesamtheit der Landstreitkräfte eines Staates
Heer
noun
  1. armed forces
  2. multitude of people arrayed as an army
  3. military force concerned mainly with ground operations

Cross Translation:
FromToVia
Heer army leger — een militaire strijdmacht
Heer army; host armée — ensemble structuré de soldats