Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Hauptwort:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hauptwort (Duits) in het Engels

Hauptwort:

Hauptwort [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hauptwort
    the headword; the entry
    • headword [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entry [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Hauptwort
    the lemma; the headword; the entry
    • lemma [the ~] zelfstandig naamwoord
    • headword [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entry [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hauptwort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entry Hauptwort Anfang; Ankunft; Anmelden; Antreten; Antritt; Beitritt; Buchung; Eindringen; Eingang; Einkommen; Einnahme; Einschreibung; Eintrag; Eintragen; Eintragung; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Immatrikulation; Kommen; Submission; Subskription; Tür; Zeichnung; Zugang; Zutritt
headword Hauptwort
lemma Hauptwort

Synoniemen voor "Hauptwort":


Wiktionary: Hauptwort

Hauptwort
noun
  1. Linguistik: deutsche Bezeichnung für Nomen bzw. Substantiv; Wortart, die ein bestimmtes Objekt oder eine bestimmte Person bezeichnet, welche in Raum und Zeit oder der Geisteswelt existiert oder existiert hat. Die Wörter dieser Wortart sind nach Kasus und Numerus, nicht aber nach [[Ge

Cross Translation:
FromToVia
Hauptwort substantive; noun substantif — Qui exprime la substance.