Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Hatz:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hatz (Duits) in het Engels

Hatz:

Hatz [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Hatz (Treibjagd; Hetzjagd; Kesseltreiben)
    the battue; the man-hunt; the drive
    • battue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • man-hunt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drive [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Hatz (überraschend eingreifende Polizeistreife; Razzia; Angriff; )
    the raid; the swoop; the round-up
    • raid [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swoop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • round-up [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hatz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
battue Hatz; Hetzjagd; Kesseltreiben; Treibjagd
drive Hatz; Hetzjagd; Kesseltreiben; Treibjagd Anregung; Anreiz; Antrieb; Antriebskraft; Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Auffahrt; Ausfahrt; Ausflug; Autofahrt; Diskettenlaufwerk; Einfahrt; Energie; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Feurigkeit; Geschlechtstrieb; Hektik; Herüberfahren; Impuls; Inbrunst; Kraft; Laufwerk; Lehrausflug; Leidenschaft; Leidenschaftlichkeit; Leistungsfähigkeit; Marsch; Motor; Rampe; Reise; Reiz; Ritt; Schneidigkeit; Schulausflug; Seele; Spannkraft; Spazierfahrt; Spazierritt; Spritzfahrt; Stimulanz; Studienreise; Tatkraft; Tour; Trieb; Triebkraft; Zufahrtsstraße
man-hunt Hatz; Hetzjagd; Kesseltreiben; Treibjagd Menschenjagd
raid Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Hatz; Hetzjagd; Razzia; Treiben; Treibjagd; überraschend eingreifende Polizeistreife Angriff; Ansturm; Bestürmung; Einfall; Erstürmung; Invasion; Plünderung; Raubzug; Streifzug; Sturmangriff; Sturmlauf; Überfall
round-up Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Hatz; Hetzjagd; Razzia; Treiben; Treibjagd; überraschend eingreifende Polizeistreife
swoop Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Hatz; Hetzjagd; Razzia; Treiben; Treibjagd; überraschend eingreifende Polizeistreife
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drive ankurbeln; anregen; antreiben; aufjagen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpeitschen; aufpolieren; aufreizen; auspfählen; einhämmern; einrammen; ermuntern; ermutigen; fahren; fundieren; hetzen; lenken; rammen; reiten; reizen; schlagen; steuern; stimulieren; verbessern; zusprechen
raid anfallen; angreifen; anstürmen; ausplündern; ausrauben; belagern; bestürmen; plündern; rauben; stehlen

Synoniemen voor "Hatz":


Computer vertaling door derden: