Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Grus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Grus (Duits) in het Engels

Grus:

Grus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Grus (Kieselstein; Kies)
    the grit; the pebble-sand; the gravel; the shingle
    • grit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pebble-sand [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gravel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shingle [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Grus (Klumpen; Brocken; Holzschuh; Klecks; Tölpel)
    the lump; the clot
    • lump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clot [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Grus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clot Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz
gravel Grus; Kies; Kieselstein Geröll; Kieselsand
grit Grus; Kies; Kieselstein Dreck; Kieselsand; Pökel; Salzlake; Stäubchen
lump Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Blase; Brocken; Buckel; Geschwulst; Höcker; Schwellung; Stück; Verletzung; Verwundung; Wulst; kleiner Brocken
pebble-sand Grus; Kies; Kieselstein Kieselsand
shingle Grus; Kies; Kieselstein Einzelne Stein
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clot gerinnen; klumpen; käsen; steif werden; verdicken

Wiktionary: Grus


Cross Translation:
FromToVia
Grus gravel; grit; slack gravier — géologie|fr roche détritique à éléments assez gros (sables grossiers et cailloux), d’origine fluviatile ou littorale (on dit aussi cailloutis).