Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Greuel (Duits) in het Engels

Greuel:

Greuel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Greuel (rote Grütze)
    the gruel; the water gruel
  2. der Greuel (Verabscheuung; Schrecken; Abscheu; Schrecknis)
    the atrocity; the horror; the abomination; the gruel
    • atrocity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • horror [the ~] zelfstandig naamwoord
    • abomination [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gruel [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Greuel (Schrecken; Widerwille; Schaurigkeit)
    the abomination; the abhorrence; the terror; the horror
  4. der Greuel (Ekel; Widerwille; Abscheu)
    the abomination; the atrocity

Vertaal Matrix voor Greuel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abhorrence Greuel; Schaurigkeit; Schrecken; Widerwille
abomination Abscheu; Ekel; Greuel; Schaurigkeit; Schrecken; Schrecknis; Verabscheuung; Widerwille Verabscheuung
atrocity Abscheu; Ekel; Greuel; Schrecken; Schrecknis; Verabscheuung; Widerwille Greueltat; Mißstand; Untat; Wahnzustand
gruel Abscheu; Greuel; Schrecken; Schrecknis; Verabscheuung; rote Grütze Brei
horror Abscheu; Greuel; Schaurigkeit; Schrecken; Schrecknis; Verabscheuung; Widerwille Ekel; Fiesling; Scheusal; Spinnkopf; Spuck; widerlicher Mensch
terror Greuel; Schaurigkeit; Schrecken; Widerwille Angst; Dämon; Panik; Quälgeist; Satan; Schrecken; Terror; Teufel; Unhold
water gruel Greuel; rote Grütze