Duits

Uitgebreide vertaling voor Grübelei (Duits) in het Engels

Grübelei:

Grübelei [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Grübelei (Nachdenken; Grübeln)
    the contemplation; the meditation; the reflection; the thought; the pondering
  2. die Grübelei (Plackerei; Mühe; Mühsal)
    the worry
    • worry [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Grübelei
    the deep-thinking
  4. die Grübelei (Grübeln)
    the reverie; the brooding; the deep-thinking

Vertaal Matrix voor Grübelei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brooding Grübelei; Grübeln Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug
contemplation Grübelei; Grübeln; Nachdenken Kontemplation; erneutes Erwägen
deep-thinking Grübelei; Grübeln
meditation Grübelei; Grübeln; Nachdenken Besinnung; Meditation; Nachdenken; Reflexion
pondering Grübelei; Grübeln; Nachdenken
reflection Grübelei; Grübeln; Nachdenken Abglanz; Besinnung; Einkehr; Gegenbild; Meditation; Nachdenken; Reflektion; Reflexion; Selbstbespiegelung; Spiegelbild; Spiegelung; Widerhall; Widerschein; Widerspiegelung; Wiederspiegeln; erneutes Erwägen
reverie Grübelei; Grübeln Grübeln; Nachdenken; Nachsinnen; Sinnen; Sinnieren; Tagtraum; Wachtraum
thought Grübelei; Grübeln; Nachdenken Besinnung; Denkvermögen; Denkweise; Einfall; Eingebung; Gedanke; Gedächtnis; Gehirn; Geist; Idee; Intellekt; Meditation; Nachdenken; Reflexion; Vernunft; Verstand; Vorstellung
worry Grübelei; Mühe; Mühsal; Plackerei Besorgnis; Besorgtheit; Betreuung; Einrichtung; Fürsorge; Kopfzerbrechen; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Versorgung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
worry besorgt sein; brüten; grübeln; hin und her überlegen; in Sorge seein; nachdenken; sich abmühen; sich abquälen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brooding grüblerisch