Gezänk in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Gezänk:
- quarrelling; squabbling; bickering; fuss; argy-bargy; stir; commotion; hubble-bubble; arguing; wrangling; quarreling; quibbling; scolding; game of rough-and-tumble; romp; romping; fight

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gezänk (Duits) in het Engels

Gezänk:

Gezänk [das ~] zelfstandig naamwoord

Gezänk (Zänkerei)
the quarrelling; the squabbling; the bickering
- quarrelling [the ~] zelfstandig naamwoord
- squabbling [the ~] zelfstandig naamwoord
- bickering [the ~] zelfstandig naamwoord
Gezänk (Scherrerei; Durcheinander)
the fuss; the argy-bargy; the stir; the commotion; the squabbling; the hubble-bubble
- fuss [the ~] zelfstandig naamwoord
- argy-bargy [the ~] zelfstandig naamwoord
- stir [the ~] zelfstandig naamwoord
- commotion [the ~] zelfstandig naamwoord
- squabbling [the ~] zelfstandig naamwoord
- hubble-bubble [the ~] zelfstandig naamwoord
Gezänk (Streiterei; Streit; Zänkerei)
the arguing; the wrangling; the quarreling; the squabbling; the bickering; the quibbling
- arguing [the ~] zelfstandig naamwoord
- wrangling [the ~] zelfstandig naamwoord
- quarreling [the ~] zelfstandig naamwoord
- squabbling [the ~] zelfstandig naamwoord
- bickering [the ~] zelfstandig naamwoord
- quibbling [the ~] zelfstandig naamwoord
Gezänk (Gekeife; Keiferei; Geschrei; Geschimpfe)
the scolding; the wrangling
- scolding [the ~] zelfstandig naamwoord
- wrangling [the ~] zelfstandig naamwoord
Gezänk (Herumtollen; Geschwätz; Klönen; Genörgel; Gequengel; Getratsch; Geleier; Geseire)
the game of rough-and-tumble; the romp; the romping; the fight
- game of rough-and-tumble [the ~] zelfstandig naamwoord
- romp [the ~] zelfstandig naamwoord
- romping [the ~] zelfstandig naamwoord
- fight [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gezänk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arguing	Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei	Haarspalterei; Krakeel; Streit; Streiten
argy-bargy	Durcheinander; Gezänk; Scherrerei
bickering	Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei
commotion	Durcheinander; Gezänk; Scherrerei	Andrang; Auflauf; Auflehnung; Aufregung; Aufruhr; Aufstand; Beschäftigung; Betriebsamkeit; Empörung; Emsigkeit; Erhebung; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Krakeel; Krawall; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Rebellion; Regsamkeit; Rummel; Schlägerei; Sensation; Spektakel; Trara; Treiben; Trubel; Tumult; Unlust; Unruhe; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand; aufheben; reges Leben
fight	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen	Balgerei; Handgemenge; Keilerei; Schlägerei
fuss	Durcheinander; Gezänk; Scherrerei	Aufregung; Betrieb; Betriebsamkeit; Emsigkeit; Fussel; Gedränge; Geräusch; Geschäftigkeit; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Hektik; Krakeel; Kram; Kummer; Last; Lästigkeit; Mischmasch; Mühe; Schererei; Scherereien; Schikane; Schinanieren; Schlamassel; Schnickschnack; Schwierigkeit; Treiben; Trubel; Tumult; Umstände; Umständlichkeit; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Unsin; Weitschweifigkeit; aufheben; viel Mühe; Ärger; Ärgernis
game of rough-and-tumble	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
hubble-bubble	Durcheinander; Gezänk; Scherrerei
quarreling	Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei
quarrelling	Gezänk; Zänkerei
quibbling	Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei	Haarspalterei; Krakeel; Streit; Umstände machen
romp	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
romping	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
scolding	Gekeife; Geschimpfe; Geschrei; Gezänk; Keiferei	Ausputzer
squabbling	Durcheinander; Gezänk; Scherrerei; Streit; Streiterei; Zänkerei
stir	Durcheinander; Gezänk; Scherrerei
wrangling	Gekeife; Geschimpfe; Geschrei; Gezänk; Keiferei; Streit; Streiterei; Zänkerei
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fight		Kampf aufnehmen; balgen; bekämpfen; bestreiten; fechten; kämpfen; schlagen; sich duellieren; sich keilen; sich prügeln; sich raufen; streiten
romp		balgen; herumtollen; scherzen; schäkern; sich balgen; toben
stir		anrühren; anschüren; anstiften; antupfen; aufregen; aufschüren; aufschütteln; aufwiegeln; berühren; beunruhigen; bewegen; erregen; leicht berühren; mischen; rühren; schüren; streifen; tippen; touchieren; tupfen; umruhren

Synoniemen voor "Gezänk":

Gekeife; Geplärr; Geplärre; Gezeter; Gezetere

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Gezänk van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor Gezänk (Duits) in het Engels

Gezänk:

Gezänk [das ~] zelfstandig naamwoord

Gezänk (Zänkerei)

Gezänk (Scherrerei; Durcheinander)

Gezänk (Streiterei; Streit; Zänkerei)

Gezänk (Gekeife; Keiferei; Geschrei; Geschimpfe)

Gezänk (Herumtollen; Geschwätz; Klönen; Genörgel; Gequengel; Getratsch; Geleier; Geseire)

Vertaal Matrix voor Gezänk:

Synoniemen voor "Gezänk":