Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Gestank

Vertaal Gestank van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Gestank:
- stench; nasty smell; bad odour; bad smell; stink; odour; scent; smell; odor
Wiktionary:
- Gestank → stench, fetidness, reek, stink
- Gestank → stench, stink

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gestank (Duits) in het Engels

Gestank:

Gestank [der ~] zelfstandig naamwoord

der Gestank (Geruch)
the stench; the nasty smell; the bad odour; the bad smell; the stink
- stench [the ~] zelfstandig naamwoord
- nasty smell [the ~] zelfstandig naamwoord
- bad odour [the ~] zelfstandig naamwoord
- bad smell [the ~] zelfstandig naamwoord
- stink [the ~] zelfstandig naamwoord
der Gestank (Hauch)
the odour; the scent; the smell; the odor
- odour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- scent [the ~] zelfstandig naamwoord
- smell [the ~] zelfstandig naamwoord
- odor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor Gestank:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bad odour	Geruch; Gestank
bad smell	Geruch; Gestank
nasty smell	Geruch; Gestank
odor	Gestank; Hauch	Aroma; Atem; Geruch; Geschmack
odour	Gestank; Hauch	Aroma; Atem; Geruch; Geschmack
scent	Gestank; Hauch	Aroma; Atem; Duftwasser; Geruch; Geruchsstoff; Geschmack; Geschmackszusatz; Parfum; Riechwasser
smell	Gestank; Hauch	Aroma; Atem; Geruch; Geschmack; Geschmackszusatz
stench	Geruch; Gestank
stink	Geruch; Gestank
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
scent		merken; zu Ohren kommen
smell		herumschnüffeln; riechen; spionieren; stinken
stink		riechen; stinken

Synoniemen voor "Gestank":

Ausdünstung; Geruchsbildung; Mief; schlechte Luft; verbrauchte Luft; übler Geruch

Wiktionary: Gestank

Gestank

noun

übler, unangenehmer Geruch
- Gestank → stench

Gestank

noun

the quality of being fetid
- fetidness → Gestank
unpleasant smell
- reek → Gestank
a strong foul smell, a stink
- stench → Gestank
strong bad smell
- stink → Gestank

Cross Translation:

From	To	Via
• Gestank	→ stench	↔ stank — een sterke, stinkende geur
• Gestank	→ stink; stench	↔ puanteur — Odeur fétide