Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Geröchel

Vertaal Geröchel van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Geröchel:
- phlegm; gob; lump of spit; spit; gasping; rattle; death-rattle

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geröchel (Duits) in het Engels

Geröchel:

Geröchel [das ~] zelfstandig naamwoord

Geröchel (Schleim; Qualster)
the phlegm; the gob; the lump of spit; the spit
- phlegm [the ~] zelfstandig naamwoord
- gob [the ~] zelfstandig naamwoord
- lump of spit [the ~] zelfstandig naamwoord
- spit [the ~] zelfstandig naamwoord
Geröchel (Keuchen)
the gasping
- gasping [the ~] zelfstandig naamwoord
Geröchel (Röcheln)
the rattle; the death-rattle
- rattle [the ~] zelfstandig naamwoord
- death-rattle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geröchel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
death-rattle	Geröchel; Röcheln
gasping	Geröchel; Keuchen
gob	Geröchel; Qualster; Schleim
lump of spit	Geröchel; Qualster; Schleim
phlegm	Geröchel; Qualster; Schleim	Phlegma
rattle	Geröchel; Röcheln	Faselhans; Faseltante; Hirschböcke; Klappe; Klapper; Klatschbase; Klatschmaul; Knarre; Plappermaul; Plappertasche; Plaudertasche; Quasselstrippe; Quasseltante; Rammler; Rassel; Schwätzerin; jemand der sehr viel Unsinn redet
spit	Geröchel; Qualster; Schleim	Schleim; Speichel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rattle		ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; deklamieren; dröhnen; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klappern; klatschen; knarren; kommunizieren; konversieren; krachen; petzen; piepsen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; quietschen; reden; sagen; schnattern; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern
spit		brechen; erbrechen; kotzen; sich erbrechen; sich übergeben; speien; spucken; übergeben