Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Geldanlage:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geldanlage (Duits) in het Engels

Geldanlage:

Geldanlage [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Geldanlage (minimale Investierung; Investition)
    the deposit; the minimum deposit
  2. die Geldanlage (Einlagekapital; Investierung; Investition; Einlage)
    the invested capital; the investment
  3. die Geldanlage (Investierung; Investition; Anlage; Einlage)
    the investment; the deposit

Vertaal Matrix voor Geldanlage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposit Anlage; Einlage; Geldanlage; Investierung; Investition; minimale Investierung Ablagerung; Anzahlung; Bodensatz; Bodensätze; Deposition; Depositum; Einlegung; Einzahlung; Hefe; Leim; Niederschlag; Pfand; Rest; Restbestand; Überbleibsel
invested capital Einlage; Einlagekapital; Geldanlage; Investierung; Investition
investment Anlage; Einlage; Einlagekapital; Geldanlage; Investierung; Investition Einlage; Investition
minimum deposit Geldanlage; Investition; minimale Investierung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposit ablegen; abstellen; abstreifen; anbezahlen; anbringen; anzahlen; auf das Konto überweisen; aufstellen; austreiben; beisetzen; deponieren; einordnen; einräumen; einrücken; einstellen; eintragenlassen; gruppieren; herstellen; herüberschicken; hinlegen; hinstellen; hinterlegen; im voraus zahlen; in Verwahrung geben; installieren; legen; setzen; stationieren; stellen; stürzen; umbuchen von Geld; unterbringen; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen

Synoniemen voor "Geldanlage":


Wiktionary: Geldanlage

Geldanlage
noun
  1. Investition von Geld in etwas, von dem man sich einen Ertrag verspricht