Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Gefräßigkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gefräßigkeit (Duits) in het Engels

Gefräßigkeit:

Gefräßigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gefräßigkeit (Fresssucht; Gier)
    the gluttony; the greed; the voracity
    • gluttony [the ~] zelfstandig naamwoord
    • greed [the ~] zelfstandig naamwoord
    • voracity [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Gefräßigkeit (Gier)
    the greediness; the greed; the gluttony; the voracity
    • greediness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • greed [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gluttony [the ~] zelfstandig naamwoord
    • voracity [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gefräßigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gluttony Fresssucht; Gefräßigkeit; Gier
greed Fresssucht; Gefräßigkeit; Gier Gier; Habgier
greediness Gefräßigkeit; Gier Gier; Habgier
voracity Fresssucht; Gefräßigkeit; Gier

Wiktionary: Gefräßigkeit

Gefräßigkeit
noun
  1. the vice of eating to excess