Fracht in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Fracht:
- freighting; chartering; freightment; loading; cargo; freight; shipment; load; freight rate
Wiktionary:
- Fracht → payload, freight, cargo
- Fracht → load, charge, freight, cargo

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fracht (Duits) in het Engels

die Fracht (Frachtgut; Beladung; Ladung; Befrachtung)
the freighting; the chartering; the freightment; the loading
- freighting [the ~] zelfstandig naamwoord
- chartering [the ~] zelfstandig naamwoord
- freightment [the ~] zelfstandig naamwoord
- loading [the ~] zelfstandig naamwoord
die Fracht (Beladung; Befrachtung; Frachtgut; Ladung; Last)
the cargo
- cargo [the ~] zelfstandig naamwoord
die Fracht (Frachtgut; Ladung; Gut)
the freight; the shipment; the load; the cargo
- freight [the ~] zelfstandig naamwoord
- shipment [the ~] zelfstandig naamwoord
- load [the ~] zelfstandig naamwoord
- cargo [the ~] zelfstandig naamwoord
die Fracht
freight rate
- freight rate
die Fracht
the freight
– An amount paid to a carrier for transporting goods. ¹
- freight [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cargo	Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung; Last	Beladung; Frachtgut; Frachttransport; Frachtverkehr; Güterbeförderung; Ladung; Schiffsfracht; Schiffsladung; Transport
chartering	Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung	Charter; Charterung; Einstellen; Engagieren
freight	Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung	Beladung; Frachtgut; Ladung
freighting	Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung
freightment	Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung
load	Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung	Ansammlung; Auslastung; Beladung; Belästigung; Berg; Frachtgut; Haufen; Horde; Häufung; Ladung; Masse; Menge; Schar; Stoß; Truppe; große Masse; kleine Fracht; Überbelästigung
loading	Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung	Beladung; Einladen; Einschiffung; Frachtgut; Ladung; Verladung; Verschiffung
shipment	Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung	Beladung; Einladen; Einschiffung; Frachtgut; Ladung; Verladung; Verschiffung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
freight		aufladen; befrachten; beladen; einladen; laden
load		Schwerer machen; aufladen; befrachten; beladen; belasten; beschweren; einladen; elektricität aufladen; erschweren; laden; schwerer machen; verladen; verstärken
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
shipment		Absenden; Sendung
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
freight rate	Fracht

Fracht

noun

Fracht

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Fracht	→ load; charge; freight; cargo	↔ vracht — de lading van een vervoermiddel