Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Feindlichkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Feindlichkeit (Duits) in het Engels

Feindlichkeit:

Feindlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Feindlichkeit (Drohung; Gefahr; Fährnis)
    the threat
    • threat [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Feindlichkeit (Feindseligkeit; Groll)
    the hostility; the animosity; the enmity

Vertaal Matrix voor Feindlichkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animosity Feindlichkeit; Feindseligkeit; Groll Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Haß
enmity Feindlichkeit; Feindseligkeit; Groll Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Haß; Reliogionshaß
hostility Feindlichkeit; Feindseligkeit; Groll
threat Drohung; Feindlichkeit; Fährnis; Gefahr Bedrohung; Drohung

Synoniemen voor "Feindlichkeit":


Wiktionary: Feindlichkeit


Cross Translation:
FromToVia
Feindlichkeit hostility vijandigheid — het vijandig zijn
Feindlichkeit hostility vijandelijkheid — een vijandige daad
Feindlichkeit hostility hostiliteit — het vijandig zijn