Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Faultier:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Faultier (Duits) in het Engels

Faultier:

Faultier [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Faultier (Faulenzer; Faulpelz; Drückeberger)
    the sluggard; the sloth; the lazy bones
    • sluggard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sloth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lazy bones [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Faultier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lazy bones Drückeberger; Faulenzer; Faulpelz; Faultier
sloth Drückeberger; Faulenzer; Faulpelz; Faultier Faulenzer; Faulheit; Flegelhaftigkeit; Grobheit; Klobigkeit; Langsamkeit; Laschheit; Lauheit; Laxheit; Lethargie; Mattigkeit; Plumpheit; Schlafsucht; Schlafsüchte; Schlappheit; Schwerfälligkeit; Trägheit
sluggard Drückeberger; Faulenzer; Faulpelz; Faultier Bummelant; Bummler; Drückeberger; Drückebergerin; Faulenzer; Faulpelz; Flasche; Müßiggänger; Nichtsnutz; Sclappschwanz; Tagedieb; Taugenichts; gescheiterte Existenz

Synoniemen voor "Faultier":


Wiktionary: Faultier

Faultier
noun
  1. Biologie: Faultiere bilden eine Unterordnung der Ordnung der zahnarmen Säugetiere.
Faultier
noun
  1. person who is lazy
  2. mammal

Cross Translation:
FromToVia
Faultier sloth paresseuxédenté tardigrade qui marche et se meut avec une extrême lenteur.