Faden in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Faden (Duits) in het Engels

der Faden (Garn; Bindfaden)
the thread; the yarn; the string; the cotton
- thread [the ~] zelfstandig naamwoord
- yarn [the ~] zelfstandig naamwoord
- string [the ~] zelfstandig naamwoord
- cotton [the ~] zelfstandig naamwoord
der Faden (Bindfaden; Garn; Zwirn; Reihfaden)
the thread; the yarn; the cotton
- thread [the ~] zelfstandig naamwoord
- yarn [the ~] zelfstandig naamwoord
- cotton [the ~] zelfstandig naamwoord
der Faden (Kordel; Schnur; Leine; Bindfaden; Garn)
the cord; the line
- cord [the ~] zelfstandig naamwoord
- line [the ~] zelfstandig naamwoord
der Faden (Klafter)
the cord; the fathom
- cord [the ~] zelfstandig naamwoord
- fathom [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cord	Bindfaden; Faden; Garn; Klafter; Kordel; Leine; Schnur	Kord
cotton	Bindfaden; Faden; Garn; Reihfaden; Zwirn	Baumwolle
fathom	Faden; Klafter
line	Bindfaden; Faden; Garn; Kordel; Leine; Schnur	Abgrenzungsseile; Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kette; Kolonne; Kontakt; Kordon; Leine; Leitung; Linie; Postenkette; Reihe; Schlange; Schreiblinie; Serie; Stau; Stauung; Stockung; Strich; Strichelchen; Strichlein; Verbindung; Zeile; kleine Linie
string	Bindfaden; Faden; Garn	Abfolge; Aneinanderreihung; Bindfaden; Bindfäden; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Saite; Serie; Verkettung; Zeichenfolge
thread	Bindfaden; Faden; Garn; Reihfaden; Zwirn	Fädchen; Fäserchen; Garn; Gewinde; Schraubengewinde; Thread
yarn	Bindfaden; Faden; Garn; Reihfaden; Zwirn
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fathom		ergründen
line		abnehmen; linieren; liniieren; streifen
string		anreihen; aufreien; einschnüren; schnüren; zuschnüren
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cotton		aus Baumwolle; baumwollen

Faden

noun

Faden

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Faden	→ thread	↔ draad — de lijn in een verhaal
• Faden	→ thread	↔ draad — in elkaar gesponnen vezels
• Faden	→ thread	↔ fil — Petite partie longue et déliée