Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Erkältung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erkältung (Duits) in het Engels

Erkältung:

Erkältung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erkältung (Schnupfen)
    the cold; the chill
    • cold [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chill [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Erkältung (Schnupfen)
    the chill; the cold snap
    • chill [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cold snap [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erkältung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chill Erkältung; Schnupfen Abkühlung; Erkaltung
cold Erkältung; Schnupfen Kälte; Kühle; Kühlheit; Zurückhaltung
cold snap Erkältung; Schnupfen Abkühlung; Erkaltung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chill abkühlen; erkaelten; erkalten; erstarren; kühlen; kühler werden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cold cool; dürr; feucht; feuchtkalt; frostig; fröstelnd; füchterlich; gleichgültig; himmelschreiend; kahl; kalt; kaltherzig; klamm; kühl; naßkalt; rauh; streng; unangenehm; wenig aussichtsreich; wüst

Synoniemen voor "Erkältung":


Wiktionary: Erkältung

Erkältung
noun
  1. Erkrankung, Infektion der Atemwege (z.B. Husten, Schnupfen, Heiserkeit, Katarrh)
    • Erkältungcold
Erkältung
noun
  1. mild infection

Cross Translation:
FromToVia
Erkältung cold verkoudheid — een virusinfectie aan keel of neus
Erkältung cold kou — een virusinfectie aan keel of neus
Erkältung catarrh; cold; chill crève — populaire|fr rhume, refroidissement ; (par extension) angine ou grippe.
Erkältung catarrh; cold; common cold; chill rhume — Écoulement causé par l’irritation ou l’inflammation de...