Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Ergernis:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ergernis (Duits) in het Engels

Ergernis:

Ergernis [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ergernis (Irritation; Ergernisse; Ärger; Ärgernis; Störung)
    the annoyance; the irritation; the vexation; the nuisance; the chagrin; the drag
    • annoyance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • irritation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vexation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chagrin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drag [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Ergernis (Belästigung; Ergernisse; Ungemach; )
    the nuisance
    • nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ergernis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annoyance Ergernis; Ergernisse; Irritation; Störung; Ärger; Ärgernis Gram; Schererei; Scherereien; Unannehmlichkeit; Verdrießlichkeit; Ärger; Ärgernis
chagrin Ergernis; Ergernisse; Irritation; Störung; Ärger; Ärgernis Gram; Schererei; Scherereien; Unannehmlichkeit; Verdrießlichkeit; Ärger; Ärgernis
drag Ergernis; Ergernisse; Irritation; Störung; Ärger; Ärgernis Dragge; Dregganker; Jagdauto; Jeep; Luftwiderstand; Zug von eine Zigarette
irritation Ergernis; Ergernisse; Irritation; Störung; Ärger; Ärgernis Arger; Erregbarkeit; Gereiztheit; Grämlichkeit; Irritation; Reizbarkeit; Unmut; Unwille; Verdrießlichkeit; Verdruß; Verdrüsse; Verstimmung; Ärger; Ärgernis
nuisance Behinderung; Belästigung; Ergernis; Ergernisse; Irritation; Störung; Ungemach; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis Behinderung; Belästigung; Beschwerde; Beschwerlichkeit; Lästigkeit; Mißhandlung; Quälerei; Quälgeist; Ranger; Schadensfaktor; Schwierigkeit; Störung; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind; Ärger; Ärgernis; Übel; Überbelästigung
vexation Ergernis; Ergernisse; Irritation; Störung; Ärger; Ärgernis Eroberung; Erprobung; Experiment; Gram; Grämlichkeit; Prüfung; Schererei; Scherereien; Unannehmlichkeit; Verdrießlichkeit; Verführung; Verleitung; Verlockung; Ärger; Ärgernis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drag dreggen; fortziehen; grapschen; heranziehen; klemmen; krallen; schleppen; surren; tragen; wegkappern; wuchten; zerren; ziehen; zurren