Einleitung in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Einleitung:
- introduction; preamble; beginning; commencement; start; outset; opening
Wiktionary:
- Einleitung → setting to work, initiation, introduction
- Einleitung → introduction

Duits

Uitgebreide vertaling voor Einleitung (Duits) in het Engels

Einleitung:

Einleitung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Einleitung (Einfühurngszeit; Einführung)
the introduction; the preamble
- introduction [the ~] zelfstandig naamwoord
- preamble [the ~] zelfstandig naamwoord
die Einleitung (Anfang; Beginn; Eröffnung; Start; Anfangen)
the beginning; the commencement; the start; the outset; the opening
- beginning [the ~] zelfstandig naamwoord
- commencement [the ~] zelfstandig naamwoord
- start [the ~] zelfstandig naamwoord
- outset [the ~] zelfstandig naamwoord
- opening [the ~] zelfstandig naamwoord
die Einleitung (Einführung; Exposition)
the introduction
- introduction [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Einleitung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beginning	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start	Anfang; Anfang einer Brief; Anfangen; Angehen; Anheben; Anschneiden; Anstimmen; Beginn; Einsetzen; Titel; Überschrift
commencement	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start
introduction	Einführung; Einfühurngszeit; Einleitung; Exposition	Anerbieten; Ausdruck; Einreichung; Prolog; Speech; Ton; Vorschlag; Vorspiel; Vortrag; Überreichung
opening	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start	Absatzgebiet; Aufmachen; Aufschluß; Aussparung; Einschnitt; Freigabe; Kerbe; Kluft; Riß; Spalte; Wake; Zwischenraum; Öffnung
outset	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start
preamble	Einführung; Einfühurngszeit; Einleitung	Ausdruck; Prolog; Speech; Ton; Vortrag
start	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start	Anreiz; Anstoß; Initiative
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
start		abfahren; abheben; abreisen; akzelerieren; anfangen; angehen; anheben; anlaufen; anschalten; ansteigen; antreten; anziehen; aufbrechen; aufführen; aufnehmen; aufrücken; aufstauben; aufsteigen; aufwallen; aufwehen; aufwerfen; aufwirbeln; aufziehen; ausschiffen; beginnen; beim publikum einführen; davontragen; einführen; einleiten; einläuten; einschalten; einschnauben; einschnupfen; einsetzen; emporsteigen; erheben; errichten; ersteigen; fortfahren; fortreisen; heben; heraufkommen; heraufsteigen; herausquellen; hereinführen; hinaufgehen; hinaufkommen; hinaufsteigen; hinführen; hissen; hochkrempeln; hochsteigen; hochziehen; lancieren; sichheben; sprudeln; starten; steigen; steigern; verkehren; verwirken; vorstellen; wallen; wegfahren; wegreisen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opening		einführend

Synoniemen voor "Einleitung":

Einführung; Eröffnung
Geleitwort; Präambel; Vorwort
Herbeiführen

Wiktionary: Einleitung

Einleitung

noun

Herbeiführung oder Inangriffnahme von etwas
- Einleitung → setting to work; initiation
am Beginn befindlicher, in der Regel eigenständiger Teil eines Schriftstückes oder Werkes
- Einleitung → introduction

Cross Translation:

From	To	Via
• Einleitung	→ introduction	↔ introduction — Action d’introduire une chose dans une autre.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Einleitung van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor Einleitung (Duits) in het Engels

Einleitung:

Einleitung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Einleitung (Einfühurngszeit; Einführung)

die Einleitung (Anfang; Beginn; Eröffnung; Start; Anfangen)

die Einleitung (Einführung; Exposition)

Vertaal Matrix voor Einleitung:

Synoniemen voor "Einleitung":

Wiktionary: Einleitung