Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Chauffeur:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Chauffeur (Duits) in het Engels

Chauffeur:

Chauffeur [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Chauffeur (Fahrer)
    the driver
    • driver [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Chauffeur (Fahrer; Führer; Frachtführer; )
    the chauffeur; the driver
    • chauffeur [the ~] zelfstandig naamwoord
    • driver [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Chauffeur (Politiker; Staatsmann; Lenker; Fahrer)
    the politician; the statesman

Vertaal Matrix voor Chauffeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chauffeur Chauffeur; Fahrer; Frachtführer; Fuhrmann; Führer; Lenker; Reiter; Wagenführer
driver Chauffeur; Fahrer; Frachtführer; Fuhrmann; Führer; Lenker; Reiter; Wagenführer Gerätetreiber; Treiber
politician Chauffeur; Fahrer; Lenker; Politiker; Staatsmann Politiker; Staatsmann
statesman Chauffeur; Fahrer; Lenker; Politiker; Staatsmann Politiker; Staatsmann

Synoniemen voor "Chauffeur":


Wiktionary: Chauffeur

Chauffeur
noun
  1. jemand, dessen Beruf es ist, Personen zu befördern (vor allem mit dem Auto, aber auch mit dem Bus, Zug etc.); früher: Kutscher
Chauffeur
noun
  1. a person employed to drive a motor car

Cross Translation:
FromToVia
Chauffeur chauffeur; driver chauffeur — de bestuurder van een motorvoertuig
Chauffeur chauffeur; driver chauffeur — Celui qui conduit un automobile à des fins professionnelles