Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Charakter (Duits) in het Engels

Charakter:

Charakter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Charakter (Art; Gesinnung; Tendenz; Neigung)
    the nature
    • nature [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Charakter (Natur; Gemüt; Seele; Art; Wesen)
    the character; the disposition; the soul; the mind; the heart
    • character [the ~] zelfstandig naamwoord
    • disposition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • soul [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mind [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heart [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Charakter (Persönlichkeit)
    the personality
  4. der Charakter (Natur)
    the nature; the character
    • nature [the ~] zelfstandig naamwoord
    • character [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Charakter (Temperament; Natur; Wesen; )
    the disposition; the inclination; the nature
  6. der Charakter (Naturen)
    the dispositions; the inclinations; the natures

Charakter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Charakter (Buchstaben)
    the characters; the letters; the symbols

Vertaal Matrix voor Charakter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
character Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen Charaktereigenschaft; Charakterzug; Figur; Form; Geck; Geisteskranke; Gestalt; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kennzeichen; Mensch; Person; Rohling; Schlappschwanz; Schriftzeigen; Schwächling; Tollkopf; Typ; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Zeichen
characters Buchstaben; Charakter Schriftzeichen; Subjekten
disposition Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Seele; Sinnesart; Temperament; Wesen Anordnung; Anschauung; Ansicht; Arrangement; Aufbau; Auffassung; Aufstellung; Bekenntnis; Denkweise; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Feurigkeit; Gesinnung; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Lebhaftigkeit; Ordnung; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; Standpunkt; Temprament; religiöse Überzeugung; Überzeugung
dispositions Charakter; Naturen
heart Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen Blutpumpe; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herz; Herzchen; Innerste; Kern; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste
inclination Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Natur; Sinnesart; Temperament; Wesen Anschauung; Ansicht; Auffassung; Bekenntnis; Böschung; Deklination; Denkweise; Einstellung; Feurigkeit; Gefälle; Geneigtheit; Gesinnung; Glaube; Glaubensüberzeugung; Hang; Helling; Konfession; Lebhaftigkeit; Neigung; Neigungswinkel; Religionsbekenntnis; Religiösität; Senkung; Sinnesart; Standpunkt; Steilhang; Temprament; Tendenz; Trend; Vorliebe; Zuneigung; religiöse Überzeugung; Überzeugung
inclinations Charakter; Naturen
letters Buchstaben; Charakter Briefverkehr; Briefwechsel; Korrespondenz; Schreiben; Schriftverkehr; Schriftwechsel; Schriftzeichen
mind Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen Bewußtsein; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Verstand
nature Art; Charakter; Gemüt; Gemütsart; Gesinnung; Natur; Neigung; Sinnesart; Temperament; Tendenz; Wesen Feurigkeit; Lebhaftigkeit; Temprament
natures Charakter; Naturen
personality Charakter; Persönlichkeit
soul Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Energie; Feurigkeit; Hektik; Inbrunst; Innere; Kraft; Leistungsfähigkeit; Psyche; Schneidigkeit; Seele; Spannkraft; Tatkraft; Triebkraft
symbols Buchstaben; Charakter Bilder; Sinnbilder; Symbole
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mind achtgeben auf; aufpassen; bemühen; hüten

Synoniemen voor "Charakter":


Wiktionary: Charakter

Charakter
  1. kein Plural: Merkmal, charakteristische Eigenart
Charakter
noun
  1. moral strength
  2. distinguishing feature
  3. a person's normal manner of thinking, behaving or reacting

Cross Translation:
FromToVia
Charakter character karakter — letter
Charakter character karakter — aard